Aan tafel! is het thema dat ons dit jaar is aangereikt. Al langere tijd wordt er meer nadruk gelegd op het houden van maaltijden. Gemeentes worden gestimuleerd het avondmaal en de betekenis ervan te herontdekken. Maar, ook het met elkaar eten voldoet aan een behoefte. Missioloog Stefan Paas liet onlangs weten dat in veel kerken de tweede dienst op zondag wordt vervangen door een vorm van samen eten.

Het is mooi om de rijkdom aan betekenis van de maaltijd in geloof en traditie voor het voetlicht te brengen en te verbinden met onze eigen tafels. Wat wordt daar veel besproken, gedeeld. De politiek maakt de tongen los, zorgen worden uitgesproken. Over migratie, huizenprijzen, over hoe duur gas en elektriciteit zijn geworden en ook de boodschappen. Er wordt gezocht naar een schuldige, of op zijn minst de verantwoordelijke. Veel mensen voelen zich in de steek gelaten, maken zich zorgen over de toekomst.

Eén van de voor mij dierbare betekenissen van het avondmaal verwoorden we regelmatig in de kerk. We zingen dan aan het begin van de viering van de avondmaalsviering lied 400. De tekst van het eerste vers is: ‘Voordat ik kan ontvangen brood en wijn en delen in de maaltijd van de Heer, erken ik wat er donker is in mij en leg dat neer.’ Het zingt verder over een niet uitgesproken woord van steun en troost, over een vriendschap die in de drukte is ondergegaan, en over spottende woorden en een fel opgelegde wil.

Het gedeelte waar dit op wordt gebaseerd is: ‘In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd…’ (1 Korintiërs 11:23) Zo begint een van de oudste teksten over het avondmaal. Onze Heer werd uitgeleverd. Er was niet alleen het gevaar van buiten. Niet alleen van de Romeinen, of de leiders van het volk; het gevaar kwam ook van binnen. Het waren eigen discipelen die ervoor hebben gezorgd dat Jezus gevangen werd genomen en alleen kwam te staan.

In deze tijd wordt er vaak de vraag gesteld naar wie er schuldig is, of verantwoordelijk. Kwetsbare groepen zoals huizenzoekers en asielzoekers, boeren en natuurbeschermers komen tegenover elkaar te staan. Aan de tafel van de Heer gebeurt er echter iets anders. We worden gevraagd te erkennen dat het gevaar ook in onszelf huist. Dat leggen we neer, en vervolgens deelt onze Heer zichzelf met ons. Door niet ons, maar zichzelf te breken, worden wij tot een nieuwe eenheid gemaakt. Een gemeenschap waarin verschillen worden overbrugd, en vergeving en genade niet alleen voor onszelf gelden, maar ook voor onze maatschappij.

ds. Ruben Schep