Tel je mee? Dat is het thema van het project waarmee we met de kinderen van de kindernevendienst en de gemeente naar Kerst toeleven. Mensen hebben de neiging om zichzelf en elkaar de maat te nemen: van groeicurven tot Cito-scores, van aantal ‘likes’ tot Top 2000-ranglijsten. Het lijkt soms alsof je overal mee moet scoren. Dat kan bij ons – en misschien wel in het bijzonder bij kinderen – de vraag oproepen: Tel ik eigenlijk wel mee? Doe ik ertoe, ook als ik niet rijk, knap, beroemd, machtig of slim ben? Als ik geen duizenden volgers heb op sociale media?

De Bijbel vertelt dat iedereen waardevol is voor God. Het kerstverhaal maakt dat op een bijzondere manier duidelijk. Jezus zelf kwam naar de aarde als een klein en hulpeloos kind, onder arme omstandigheden. Zo liet God aan ons zien dat juist ‘kleine’ mensen, zonder macht en invloed, een speciale plek bij Hem hebben.
In de weken van advent en Kerst lezen we in de kindernevendienst verschillende teksten uit het Oude en Nieuwe Testament over personen die in de ogen van anderen misschien niet veel voorstelden, maar die van God een belangrijke taak of een bijzondere rol kregen.

Iedere adventszondag wordt een luikje geopend van de staldeur op de adventsposter vóór in de kerk, zo zien we steeds meer de Bijbelverhalen van het thema tevoorschijn komen.

1e advent: Lucas 2:1-5; Keizer Augustus zet iedereen in beweging. Hij wil weten hoeveel mensen er in zijn rijk wonen. Of het nu belangrijke mensen zijn of niet, iedereen telt mee! Ook Jozef en Maria.

2e Advent: Lucas 1:26-56; Maria dankt God dat Hij haar heeft uitgekozen, terwijl ze een heel gewoon meisje is. God kiest Maria uit om de moeder te worden van Jezus, ook al is ze heel gewoon.

3e Advent: Marcus 9:33-37; Jezus zegt dat het beter is om andere mensen te dienen in plaats van zelf de belangrijkste te willen zijn.

4e Advent: Jesaja 53:1-6; Jesaja vertelt al over Gods dienaar die een bevrijder zal zijn. Hij zou door niemand worden gezien, maar bracht ons wel de vrede en heeft onze schuld gedragen.

Kerst: Lucas 2:6-20; De herders horen van de engel dat hun Redder geboren is. Ze kunnen Jezus herkennen doordat Hij in een doek is gewikkeld en in een voerbak ligt.