‘Ik ben verblijd, wanneer zij tegen mij zeggen:
Wij zullen naar het huis van de HEERE gaan!
Onze voeten staan binnen uw poorten, Jeruzalem!’
(Psalm 122)

Een prachtige psalm om te lezen en te zingen. De dichter zingt hoe blij hij is dat hij weer naar Jeruzalem kan gaan, en wel naar het huis van de Heere. De tempel. Iets verderop in deze psalm zegt hij dan: ‘Daarheen trekken de stammen op, de stammen van de HEERE (…) om de naam van de HEERE te loven.’ Het is dus een opdracht voor hen die God liefhebben, in het bijzonder voor de stammen van Israël, om daarheen te gaan om Hem te loven. En dan klinkt vervolgens die overbekende opdracht aan ons allemaal: ‘Bid om vrede voor Jeruzalem’.

Betrapt

Dit gebed kennen we allemaal. We bidden om die vrede voor Jeruzalem en heel Israël in onze persoonlijke gebeden en in onze kerken. Maar helaas is het joden en christenen niet meer toegestaan om te bidden op het tempelplein in Jeruzalem, terwijl die plek toch de meest aangewezen plek is volgens deze psalm om de Heere te loven en te bidden om vrede voor Jeruzalem. Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 heeft Israël het door Jordanië bezette Jeruzalem heroverd. Joden kunnen weer bidden bij de Westelijke Muur (Klaagmuur), maar niet op het tempelplein zelf. Om een oorlog te voorkomen, hebben de Israëlitische autoriteiten destijds het beheer van het tempelplein overgedragen aan de islamitische geestelijkheid. Als je betrapt wordt op het bij je hebben van een bijbel of op bidden in het openbaar, word je verwijderd.

Levenswerk

Maar die situatie is aan het veranderen. Sinds ruim tien jaar gaan steeds meer joden en christenen toch het tempelplein op om daar te bidden. Niet provocatief, maar bescheiden en in stilte. Inmiddels zijn het er duizenden per jaar. Rabbi Yehuda Glick heeft er zijn levenswerk van gemaakt. Enkele jaren geleden is hij neergeschoten; een Palestijnse aanslag op zijn leven. Maar wonderwel is hij helemaal hersteld. Nu moedigt hij wereldwijd joden en ook ons als christenen aan om op te gaan naar Jeruzalem en op de plaats waar het ‘huis van de Heere’ stond weer te bidden om de vrede voor Jeruzalem.

(Bron: Israël aktueel – ds. Kees Kant / Van de commissie Kerk en Israël)