Het is zo’n bekende afbeelding: de ‘Davidster’, alsof hij er altijd is geweest. Die gedachte is niet zo vreemd. Er zijn opgravingen bekend uit de 7e (Sidon) en de 4e eeuw (Israël) v.Chr. waarop de ster te zien is. De Davidster wordt in het Hebreeuws ‘Magen David’ genoemd, schild van David.

Hoewel er prachtige verhalen zijn geweven rondom de Davidster, die zich afspelen in de tijd van David en Salomo, is niet duidelijk of er in die periode al een bepaalde betekenis werd gegeven aan dit symbool. In de Bijbel of in de Talmoed is er niets over terug te vinden. In het Arabisch komt de ster ook voor en wordt daar gezien als het zegel van koning Salomo.

In de middeleeuwen, in 1354, wordt de Davidster vermeld in officiële papieren. In dat jaar werd aan de Joodse gemeenschap in Praag toegestaan een eigen vlag te voeren met de zespuntige ster als embleem. Nadien komt de ster vaker voor en onder invloed van de kabbalist Isaak Loeria (1534) krijgt de Davidster meer betekenis, bijvoorbeeld als verbondssymbool: de ene driehoek buigt zich naar beneden, de andere richt zich naar boven. Hij verdringt daarmee uiteindelijk de zevenarmige kandelaar, de menora. Men ging de Davidster op banieren en gebedsmantels gebruiken. In de 19e eeuw ontstond onder invloed van het Zionisme, de behoefte aan een nationaal Joods symbool. Men koos voor het schild van David op een blauwwitte gebedssjaal. De Davidster werd bij uitstek het symbool voor het Jodendom door toedoen van Hitler. Met de gele Jodensterren op werden miljoenen Joden vernederd en tenslotte vermoord in vernietigingskampen. Dit symbool van onderdrukking is een symbool van verheffing geworden op de nationale vlag van Israël. Menigeen die vandaag de dag een Davidster draagt, zal zich verwant voelen met het land en de staat Israël.

Van de commissie Kerk en Israël