Het is al een tijdje geleden voor jullie. Hier ervaren we de dingen wel anders, al volgen we met spanning hoe het er in het ondermaanse aan toe gaat. Ik wil even terugblikken op onze laatste ontmoeting. Deze keer niet zo feestelijk en opgetogen als bij de aankondiging van Jezus’ geboorte. Nee, ook wij waren er stil van. We konden echt nauwelijks vatten wat jullie mensen bezielde. En als ik kijk naar de jaren daarna en hoe het nu is bij jullie vat ik het nog steeds niet helemaal. Ik leer me gaandeweg er wat bij neerleggen. Het is niet mijn zaak.

Het klinkt misschien onverschilliger dat ik het bedoel. Ik bedoel dit, het is niet aan mij om bij te sturen of in te grijpen of de gang van zaken drastisch om te gooien, ook al jeuken m’n handen soms. Daarom, terug naar die tijd: Jezus leek aanvankelijk de wind in de zeilen te hebben. Maar op een of andere manier paste hij niet in jullie wereld, in de wereld van hoe een deel van jullie deze had ingericht. Hij streek mensen tegen de haren. Blijkbaar werden mensen bang van hem. Dat heb ik nooit begrepen. Hij bracht wat verlichting waar mensen het zwaar hadden. Dat was blijkbaar niet de bedoeling. Sommigen voelden zich bedreigd of zoiets. Delen, spullen, invloed of macht zijn ongelooflijk moeilijk voor mensen (nog steeds volgens mij).

Jullie zijn zo snel bedreigend voor elkaar. Je hebt zoveel ruimte nodig om te leven, dat je het niet anders kan dan door een ander weg te duwen. Ik volg dat niet zo, soms probeer ik bij God te achterhalen wat de diepere grond is van dit alles. God kijkt me dan aan met die ogen waarin ik wegzink en alles tot rust komt.

Zo keek God mij toen ook aan. Hij zei: ‘Ga weer naar de aarde. Het is opnieuw tijd. Ze zijn nu wel erg ver gegaan. Zelfs mijn kind opende hen de ogen niet. Ik laat het daar niet bij zitten. Jezus is het, mens naar mijn hart die voor een koerswijziging gaat zorgen. Het verhaal zal verder gaan. Ik bied ze een nieuwe opening. Daarom, net als bij het begin, wil ik dat je er weer bent om mensen de weg te wijzen. Breng hen de boodschap over. En, verzorg hem, dat lieve lijf. Hij zal niets wegen. Er zal geen dood gewicht meer zijn!’

Daar gingen wij. We moesten de kijkrichting van de vrienden van Jezus weer afstemmen op de kijkrichting van God, zodat ze weer naar het leven toe zouden kijken. Zoek wat leven is, ook al is de dood alles wat je ziet. Ik weet, dat is moeilijk als de dood overal om je heen is. Dat was zo voor Maria en Jezus’ vrienden. Dood en einde van al hun dromen en hoop was alles wat ze zagen. Wij wezen hen de weg verder: ‘Jezus leeft, waar hij voor stond staat nog steeds, God heeft zijn hand niet van de wereld getrokken. Het verhaal gaat door. Jezus leeft. Ga daarom naar Galilea, waar jullie elkaar weer zullen ontmoeten. Daar is het begonnen, vandaar gaat het verder.’ Zoiets zei ik en dat is doorverteld.

Spreekt dat jullie nog aan? Ik ben daar zo benieuwd naar. Want ik zie dat het verhaal niet zo makkelijk is door te geven of door te leven. Maar ik weet vanaf hier dat God er alles aan doet om mensen de vrijheid en de macht van de liefde te geven om die weg te gaan.

Ik vind het mooi hoe jullie met Pasen telkens weer vieren dat Jezus leeft. Herinneren, nieuwe moed opdoen. Achter het verhaal en de liefde van Jezus gaan staan met alles wat in jullie is: geloof, blijdschap en verdriet. Jullie doen het toch maar weer. Ga zo door, zou ik zeggen. We leven met jullie mee! Houd moed!

Een hemelse groet en een heilige kus, van jullie gabber Gabriël.

ds. Marijn Gilhuis, geestelijk verzorger Antes