Weken voor het zover is weet je dat het Paasfeest gevierd gaat worden. In de ene kerk telt men zeven weken daarvoor de ‘lijdenszondagen’ , in andere kerken kent met de traditie van de veertig-dagentijd, die begint op de zondag na Aswoensdag, en die zes zondagen telt. Maar ruim daarvoor zien we het assortiment in de supermarkt en andere winkels al vooruitlopen op Pasen. Chocoladehazen, eieren in allerlei soorten en maten, paastakken en paasbloemen. ‘Pasen, de tijd waarin we denken aan nieuw leven, aan opnieuw beginnen. In de natuur loopt alles weer uit.’ Zo staat ergens op het internet te lezen.

Oude rituelen

Een oud gebruik met Pasen is het verstoppen van eieren, en in het oosten van ons land kent men de paasvuren (voor het eerst beschreven in 1559). Als kind vond ik die paasvuren prachtig! In Drenthe waar ik opgroeide ging het om de hoogste stapel; in Twente waar mijn grootouders woonden danste men er om heen, dat was helemaal bijzonder.

In de literaire roman De Trooster van Esther Gerritsen wordt ook die traditie van het paasvuur beschreven. Dit boek speelt zich af in de Stille Week, de week voorafgaand aan Pasen. De frivole seculiere gast in het klooster staat er op dat Jacob de conciërge mee gaat naar het paasvuur. Deze sputtert aanvankelijk tegen. ‘wij’ gaan daar niet heen, zegt hij. Omdat het heidens is. In het dorp waar het klooster staat is het de gewoonte ook een pop van stro te verbranden: Judas of: de duivel. Zo is het paasvuur weliswaar een beetje gekerstend; maar met de verbranding van Judas kreeg het weer antisemitische trekjes.

Van oorsprong was het paasvuur dus een pre-christelijk ritueel, zo hebben meer gebruiken rond Pasen een niet-christelijke oorsprong. Gebruiken die men in de loop der tijden, met of zonder succes, geprobeerd heeft te kerstenen. Net als met Kerst zijn er ook bijzondere paaslegendes, maar meer dan met Kerst zijn deze verweven met een zeker bijgeloof.

Oorsprong paasrituelen

Wie een zoektocht begint naar de oorsprong van de niet-christelijke rituelen bevindt zich al gauw in een wirwar aan verhalen en tradities. Bij de Duitse letterkundige Jacob Grimm komt men de vruchtbaarheidsgodin Eastra tegen. Waarvan overigens niet helemaal zeker is dat zij ook echt door de Germanen aanbeden is. Haar naam is, net als het Engelse Easter (Pasen) afgeleid van het oudgermaanse woord voor het oosten of dageraad. Vanuit taalkundig oogpunt lijkt het lentefeest met deze godin dus vernoemd naar het opkomen of terugkeren van de zon. Er zijn mythologieën overgeleverd waarin de genoemde Eastra zich vertoonde op aarde in de vorm van een haas. Met name als de gekke maartse haas in het paasseizoen aan het begin van de lente. Die haasfiguur komen we nog tegen in allerlei chocoladevormen. In Nederland heeft hij een mandje op zijn rug met de paaseieren. Ze worden verstopt en met veel plezier door kinderen gezocht. Overigens werd in de Rooms-Katholieke traditie verteld dat er kerkklokken naar Rome gingen om daar de paaseieren te halen. Omdat bij Protestanten het verhaal van kerkklokken die vleugeltjes krijgen niet zo in de smaak viel, werden de klokken vervangen door de paashaas. Eieren zijn in de heidense mythologie vruchtbaarheidssymbolen, ook voorbodes dus van nieuw leven en passend bij een lentefeest.

Het verband met het voorjaar

Het Joodse Pesachfeest was oorspronkelijk verbonden met het begin van de gerstoogst, het Loofhuttenfeest met het einde van de oogst. Ik lees in een standaardwerk over de liturgie: ‘de feesten vieren in zekere zin ‘de natuur’. Maar ze zijn gehistoriseerd, verbonden met een gebeurtenis uit de (heils)geschiedenis’

Het vieren van het Pesachfeest was dus verbonden aan een oogstfeest. Ons Pasen dat verband houdt met het Pesachfeest werd, volgens een enkele bron, door de kerk in vroeger tijden over de niet-christelijke lentefeesten geplaatst, om, zo heet het, dat lentefeest te kerstenen.

Pasen anno 2022

En wat is de beweging in onze dagen? We zien in deze geseculariseerde tijd dat allerlei symbolen, als eieren en takken en de paashaas, weer verbonden worden aan begrippen als: bloei en nieuw leven. Niet-christelijke rituelen werden destijds gekerstend maar nu wordt de christelijke betekenis van Pasen verkapt en vervaagd weer opgenomen in allerlei lente-symbolen die iedereen aanspreken. Het nieuwe leven van het voorjaar.
Het was ooit in de koffiepauze van een uitvoering van de Mattheuspassion dat ik voor me iemand hoorde vertellen dat ze ook wel eens naar de Johannespassion was geweest. ‘o en waar gaat dat dan over?’ ‘dat weet ik niet precies, het is dacht ik zo’n beetje hetzelfde verhaal’. Het echte Paasverhaal is een onbekend verhaal aan het worden. De Rooms-katholieke cultuurtheoloog Frank Bosman schreef ooit: ‘Als je onze geschiedenis en onze cultuur van het heden wilt begrijpen, zul je iets van de christelijke traditie af moeten weten’. De christelijke geschiedenis heeft onze samenleving voor een deel gemaakt hoe we nu zijn. ‘Of je nu in die christelijke God gelooft of niet. Het hoort bij de algemene kennis om te weten dat Pasen niets te maken heeft met eieren zoeken, maar dat het een christelijk verhaal is over iemand die uit de dood is opgestaan.’

Het kan vast geen kwaad om eieren te zoeken of een paastak te versieren, tenslotte is het lente en wat fijn dat alles weer gaat bloeien! Maar het zou erg zijn als we in de oppervlakkigheid zouden blijven steken of wanneer dit alles zelfs de ware oorsprong van het Paasfeest zou verdringen. Waar het vieren van de lente een cyclisch gebeuren is, seizoenen wisselen elkaar nu eenmaal af, daar is Pasen een feest waarop we dat eenmalige gebeuren van lang geleden gedenken: de opstanding van Christus uit de dood. Pasen vertelt ons dat we niet slechts willoos overgeleverd zijn tot in lengte van dagen aan de seizoenen maar dat onze geschiedenis van nood en dood doorbroken is door het verlossend lijden en sterven en de opstanding van Christus en uitloopt op de grote zomer! Hij is het lam dat de zonde van de wereld wegneemt (Joh. 1: 29).

Het verhaal van lentebloei, in alle schoonheid, is slechts dit: na een dorre tijd komt er weer een bloeitijd, goede en slechte tijden wisselen elkaar af.
Denkend aan wat er nu in Oekraïne gebeurt vraag ik me af of dat troost zou bieden aan een oorlogsslachtoffer. Zou zo iemand niet veel meer kracht ervaren uit het Paasverhaal: Christus die in Gods naam dit bestaan heeft gedeeld èn geheeld. Zijn opstanding is dè overwinning op alle doodsmachten! Dat geeft hoop.

Dora Hoekstra