‘kerstnacht – het eenzaam zwerven der gedachten
rondom het oud verhaal, het nimmer uit te spreken
verlangen naar het helder zingen in de nacht en
het opgaan van een ster, een lichtend teken.’

Bovenstaande dichtregels zijn wellicht wat wereldvreemd. Dat zou zomaar kunnen want ze komen uit het gedicht Kerstnacht van Ida Gerhardt en zij leefde een sober, teruggetrokken bestaan. Wereldvreemd vanwege het: ‘het eenzaam zwerven der gedachten’. Wie heeft daar te midden van de ons omringende drukte in het social mediatijdperk van 2021 nog tijd voor? Het zou fijn zijn al als alle lezers nu zouden zeggen: ik wel. Het is het grote manco van onze tijd dat er veel te weinig tijd blijft om te mijmeren. Gelukkig wordt het al uit diverse hoeken, niet alleen de christelijke, aangeraden dat het goed is. Maar het doen is een tweede. Mijmeren. Het laten zwerven van de gedachten. Misschien kwamen de herders in het veld van Bethlehem er aan toe wanneer ze ‘s nachts op de kudde pasten, en – zo stel ik me voor – bij het vuur zaten. ‘Ik ga wel eens naar het graf van mijn vader’, vertelde iemand mij, ‘en dan mijmer ik wat’. Weet je dat het gezien kan worden als een vorm van bidden? Ze glimlachte toen ik dat zei. Als we mijmeren dan kan ons sluimerende verlangen gaan stromen. Wat verwacht je van het leven? Van welke pijn wil je genezen worden? Waar hoop je op? Voor jezelf, je kinderen, of deze wereld? Gerhardt benoemt haar verlangen: naar een helder zingen in de nacht.

Eerlijk gezegd vind ik het knap donker in onze wereld. Het eindeloze gehakketak n.a.v. de Covid-19 crisis waar we niet uit lijken te komen. Vluchtelingencrisis die ons het schaamrood op de kaken zou moeten brengen en noem maar op. Het gedicht van Gerhardt begint met de woorden: Kerstnacht – het woord is als een lafenis. Het gaat in de derde strofe over: sneeuw op Uw geschonden aarde. Persoonlijk ben ik niet zo’n fan van het kerstfeest, geef mij maar Pasen en Pinksteren. Maar dit ene ontroert mij wel altijd opnieuw en het gedicht van Gerhardt verwoordt dat. Dat ene is: dat in de geboorte van Jezus Messias God een nieuw begin maakt met deze geschonden aarde. ‘al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw.’ Het gedicht van Gerhardt roept dat op. Een witte wereld waarin je even kunt denken dat alles zuiver is en goed. Wie tijd neemt in deze weken van Advent om in stilheid de gedachten te laten zwerven die kan het eigen verlangen ontdekken. Naar licht, naar helder zingen in de nacht die onze wereld omgeeft. Of die misschien je eigen leven van dit moment wel typeert.

Misschien is het romantisch van mij om te denken dat de herders ook hebben zitten mijmeren. Misschien hadden ze het gewoon koud. Maar in de nacht die hen omgeeft straalt ineens een groot licht. Een lichtend teken. Duisternis kan zomaar opengebroken worden van Godswege. Ons verlangen opgenomen in Gods verlangen voor deze wereld. Als je nooit de tijd neemt om te mijmeren, dan kun je zo maar iets moois missen. Ga eens mijmeren, gewoon in het donker zitten met een kaars, voor het raam. Vijftien minuten je gedachten laten zwerven, ze vinden vast een Thuis.

Dora Hoekstra