Ook nog in onze tijd, waarin oorlogen elkaar opvolgen en mensen verbitterd raken door de vele tegenslagen in hun leven geven de gedichten van Nel Benschop troost. Wie kent haar gedichten niet? Haar verzen en regels worden nog steeds veel gebruikt in rouwadvertenties.

Nel (Nelly Anna) Benschop werd op 16 januari 1918 in Den Haag geboren, het zesde kind in een gereformeerd gezin van zeven kinderen. Het gezin, haar vader was hovenier van de plaatselijke Plantsoenendienst, had het niet breed en leefde zeer sober. Haar vader bracht haar de liefde voor natuur en muziek bij, haar moeder vroomheid. Na de Mulo ging Nel naar de kweekschool en met negentien jaar ging zij werken op de Abraham Kuyperschool, in het hart van de Haagse rosse buurt. Zij viel op door haar kleurige, smaakvolle kleding. Zij nam declamatieles, schoolde zich in grafologie en studeerde voor de hoofdakte en de akten Engels en Frans. Na de oorlog kreeg zij een baan aan het instituut Coolsma in Driebergen, een Mulo-internaat voor meisjes, waar ook zij intern was. In 1948 ging zij les geven op een christelijke Mulo in Arnhem. Daar werd zij verliefd op een getrouwde collega, de relatie beperkte zich tot een briefwisseling, maar het verbreken ervan viel haar zwaar. De teleurstellingen in de liefde brachten haar tot het schrijven van gedichten waarin zij veel troost vond. In vele, niet gepubliceerde gedichten schreef zij over de dwaasheid van een verliefde vrouw, bij wie het hart het altijd van haar verstand won.
In haar lessen ging zij onconventioneel te werk. Met haar uitbundige kleding en bijzondere lessen maakte zij indruk op leerlingen en ouders, die haar liefkozend ‘tante Nel’ of ‘de juffrouw’ noemden.
In 1961 verhuisde ze naar Schaarsbergen en daar bood ze in 1962 onderdak aan een leerling van haar, Dick Smits, die het internaat moest verlaten. Ook haar vriendin Bep Velberg ging bij haar wonen. De inwoning van de jongen, die zij als pleegzoon aannam, veroorzaakte heel wat geroddel en achterklap, maar zij trok zich er niets van aan.

Zoekend naar bevestiging van haar talent zocht zij naar mogelijkheden tot uitgave van haar gedichten. Eerst werd zij geweigerd bij vele uitgevers, maar in 1967 verscheen haar eerste dichtbundel ‘Gouddraad uit vlas’ bij uitgeverij Kok en het werd een groot succes. Er zijn nu al meer dan een kwart miljoen bundels verkocht. Er kwam ook veel kritiek: te simpel, te kinderlijk, te weinig literaire vorm, maar voor Nel telde de inhoud en niet de vorm. Literatuur was voor haar dienende kunst, hoofdzaak was de boodschap die ze wilde overbrengen. In haar volgende bundels gebruikte ze minder de ik-vorm, sprak minder tot God, maar meer met de ander over God. Zij zocht niet meer naar troost, maar wilde het bieden. Ze wilde de mensen het gevoel geven dat ze niet alleen waren met hun problemen. Honderdduizenden lezers lazen haar gedichten en putten er bemoediging en troost uit. Ze bracht de mensen dichter bij God en God dichter bij de mensen. Met haar verzen namen velen afscheid van hun overleden vrienden en familie. Haar poëzie was eigendom van haar lezers geworden.

In 1975, na het behalen van haar mo A en B diploma Nederlands, ging zij Nederlands geven op het Christelijk Lyceum in Veenendaal. In 1981 ging zij, 63 jaar oud, met pensioen. Haar gedichtenbundels, nieuw en oud, verkochten nog steeds goed en er verschenen ook spreukenkalenders, agenda’s, grammofoonplaten en wandtegels. Zij was een merk geworden, een merk dat velen troost bood op de levensweg, in liefde en dood.

In haar leven bleef zij trouw aan de gereformeerde kerk van haar jeugd, ook toen de gemeente overging naar de Samen op Weg-kerk. Zij bezocht graag kloosters en vond de mystiek van de Rooms-Katholieke Kerk mooi. Tijdens haar laatste maanden verbleef zij in een tehuis in Renkum, op 16 januari 2005 vierde zij nog haar 87ste verjaardag met haar vriendin Bep, haar pleegzoon Dick, diens vrouw en dochter. Op 31 januari 2005 is zij gestorven. Zij is begraven op begraafplaats Vredenoord te Schaarsbergen. Na haar overlijden kwam zij weer in het nieuws, toen men haar liefdesgedichten op CD wilde uitbrengen. Met een rechtszaak heeft haar pleegzoon dit weten te verhinderen Zij had op tv in een programma verklaard dat zij openbaarmaking van deze gedichten niet wilde. Haar religieuze poëzie wordt nog steeds uitgegeven, in 1982 werd al haar miljoenste bundel verkocht en in 2005 waren het er al meer dan 3 miljoen. Met haar vijftien bundels wist ze het hart van velen te raken.

Joukje van der Kaaden